
In ongenade
Hoofdpersonen
David Lurie: De hoofdpersoon van het boek. Hij is een 52 jaar oud en werkt als Hoogleraar
op de Universiteit van Kaapstad. Hij gaat nogal ouderwets gekleed en is
redelijk in zichzelf gekeerd. Veel vrienden heeft hij niet, wat oppervlakkige
contacten met zijn collegia, daar blijft het bij. Zijn leven wordt in het begin
van het boek vooral gedomineerd door zijn seksuele lusten. David beschrijft
zichzelf in die tijd als een dienaar van Eros. Later ziet hij in dat zijn beste tijd
geweest is, en dat hij zich niet meer in moet laten met jonger meisjes zoals
Melanie. Hij is helemaal niet enthousiast over zijn leven, zijn levenslust is als
het ware opgebruikt. Ook is hij niet erg ondernemend, wat blijkt uit zijn
verlangen om al jaren aan een opera te beginnen, maar het er niet van liet
komen. Zijn leven maakt echter een ommezwaai na het ongeluk, en hij
verandert van een op het eerste oog nogal saaie ontevreden man, in een zeer
interessante hoofdpersoon. Toen ik ging zoeken op zijn naam, kwam ik er-
achter dat zijn naam ‘de geliefde verlokker’ betekent. Hij is helemaal weg
van de dichters Byron en Wordsworth. Byron had nogal een roerig seksleven,
en waarschijnlijk kon Lurie zich met hem identificeren, aangezien hij ook
een heleboel minnaressen gehad had. Wordsworth was ook een van zijn grote
voorbeelden. Maar waarom juist deze twee begrijp ik niet, want volgens mijn
encyclopedie stond Byron nogal spottend tegenover grote dichters van zijn tijd,
zoals Wordsworth. Dus ik neem aan dat er grote verschillen in hun werk zaten?
-Lucy Lurie: Zij is de dochter van David. Ik schat haar tussen de 25 en de 30 jaar. Ze heeft
haar eigen boerderij in het stadje Salem, waar ze terecht is gekomen toen ze
zich bij een commune aansloot. Ze woont en werkt daar met haar honden en
Petrus. Ze is nogal mollig en onverzorgd, iets dat haar vader nogal tegenstaat.
David had liever gezien dat zijn dochter een goede baan kreeg en zich met
filosofie en literatuur bezig hield. Maar hij krijgt toch respect voor haar keuze
omdat ze op deze manier gelukkig is, en ze is ook zeker niet dom. Ze is zeer
precies, ze heeft een dagschema dat elke dag uitgevoerd moet worden. Lucy
heeft ook enorm veel energie, ze houdt de hele boerderij draaiende. Totdat het
ongeluk zich voordoet, want daarna raakt ze in een diepe depressie. Ze wordt
ongenaakbaar, weigert naar de politie te gaan. Waarom is niet echt duidelijk,
maar Lucy zegt wel een keer iets over onderwerping, een prijs die ze moet be-
talen om als blanke tussen te zwarten te mogen leven. Dit verhaal speelt zich
af na de apartheid in Zuid-Afrika, dus de woede naar de blanken toe sluimert
er nog. Zij lijkt de mening te hebben dat zij moet boeten voor alles wat haar
blanke voorvaders ooit fout hebben gedaan.
-Melanie Isaacs: Een 20 jarige studente aan de Universiteit van Kaapstad. Ze woont samen
met haar nicht Pauline, de “lelijke chaperonne”, zoals David haar noemt. Ze
gaat nogal apart gekleed en is erg naïef. Als ze een affaire krijgt met David,
lijkt het wel of ze zelf niet aanwezig is tijdens de uren die ze samen door-
brengen. Ze is erg in introvert en laat weinig van haar gevoelens blijken,
zover je haar leert kennen. Haar naam Melanie (Mélani, de donkere) vindt
David niet zo goed bij haar passen, maar later verraad ze hem als het ware
bij de directie, een ‘donkere’ kant die hij niet verwacht had van het naïeve
meisje. Als hij vraagt naar haar favoriete dichters, komt Lurie erachter dat ze
zich meer aangetrokken voelt tot Goethe en Blake, waarin godsdienst een
grotere rol speelt. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat Melanie
van thuis uit nogal godsdienstig opgevoed is.
-Vader Isaacs: Over hem kom je in dit boek niet veel te weten, behalve de omschrijving die
Lurie van hem geeft: een klein mager mannetje met een slecht zittend pak die
naar sigarettenrook stinkt. Maar ik wil hem hier eigenlijk bijzetten omdat er
een overeenkomst is tussen de vader van Melanie en Lurie zelf. Ze willen
namelijk allebei hun dochter beschermen tegen het onheil, in dit geval een
man die het leven van hun dochter verstoort. Zijn wroeging tegenover de man
is daarom ook tamelijk hypocriet, ook al probeert hij het goed te praten door te
zeggen dat Melanie al 20 is en voor zichzelf kan beslissen. Maar hij is zelf toch
ook enorm kwaad op de mannen die aan zijn dochter gezeten hebben?
-Petrus: Een Afrikaanse man die het land van Lucy over wil nemen. Hij is rond de 40 en
werkt hard. Zijn achternaam kom je niet te weten in het boek. Hij is getrouwd met
2 vrouwen, en wil Lucy als zijn derde vrouw. Eén van de jongens die Lucy heeft ver-
kracht, is een neefje van hem, die hij later ook in huis neemt. Hij komt nogal dom
over in het boek, en David kijkt op hem neer. Ook is hij brutaal en schaamteloos en
gaat zijn eigen gang. Toch is hij belangrijk voor Lucy, omdat hij haar altijd helpt met
allerlei klusjes en haar op het einde wil beschermen in ruil tegen haar grond. Er zijn
overeenkomsten tussen Petrus en de Petrus uit de bijbel. Als Lurie naar de verkrach-
ter vraagt ontkent Petrus dat hij de jongen kent (Petrus ontkende 3x dat hij Jezus
kende) en verraad Lucy op die manier.
-Bev Shaw: Een dikke, onverzorgde vrouw en een vriendin van Lucy. Ze is getrouwd en heeft
een eigen dierenasiel/kliniek. Ze krijgt een affaire met David, maar later in het
boek slaat dit om in vriendschap. David vraagt vaak raad aan Bev over dingen
die met Lucy te maken hebben en ze is ook prettig gezelschap. Je komt niet
zoveel te weten over Bev in dit boek.
-Soraya: Een prostituee waar David lange tijd mee omgaat. Ze heeft zwart haar en is een
mooie slanke verschijning. Ze heeft twee zoontjes en werkt overdag in een klein
kamertje in een flat waar ze elkaar altijd ontmoeten. Ze wil zakelijke en privé niet
door elkaar laten lopen, en als dat toch gebeurt verbraakt ze het contact met David.
Ze is dus erg zakelijk, en als David haar later opbelt, is ze ook erg koel en stand-
vastig.
Samenvatting
De hoofdpersonen Lucy en haar vader David vertegenwoordigen beiden een andere generatie, zoals David het zelf verwoordt:
Tussen Lucy's generatie en de mijne een gordijn lijkt te zijn gedaald. Ik heb niet eens gemerkt toen het viel.
Zij gaan elk op een geheel eigen manier met de veranderingen in het hedendaagse Zuid-Afrika om. Als zij aangevallen worden door drie donkere mannen, waarbij zij niet alleen bestolen worden maar ook mishandeld en misbruikt, reageren zij daar allebei anders op. David kan niet berusten en wil dat gerechtigheid zijn werk doet, terwijl Lucy juist wel berust in de situatie (en er tegelijkertijd ook onder lijdt). Als zij zwanger blijkt te zijn, wil ze zelfs het kind houden en ze is ook bereid om het met de zwager van een van de daders op een akkoordje te gooien in ruil voor bescherming. Zij lijkt de mening te hebben dat zij moet boeten voor alles wat haar blanke voorouders ooit fout hebben gedaan. Lucy denkt over de grenzen van haar eigen individu en tijd heen, terwijl David een individualist is en geen deel van een grotere geschiedenis (hetgeen ook blijkt uit zijn egoïstische gedrag ten opzichte van vrouwen).
Hij probeert Lucy ervan te overtuigen weg te gaan en haar leven elders opnieuw te beginnen, maar daar wil zij niets van weten. De overval heeft blootgelegd dat zij beiden op een totaal andere golflengte leven en denken. Toch lijkt ook David uiteindelijk toe te geven en er in te berusten dat Lucy haar eigen leven moet leiden. De laatste scène lijkt in dit opzicht heel symbolisch. David helpt een vriendin van Lucy al tijden in haar dierenkliniek. Hij knapt samen met haar elke zondag een moeilijk karweitje op; het afmaken van de overgeschoten honden. Met een van de honden heeft hij de laatste tijd een speciale band gekregen, maar ook zijn tijd is gekomen. Hij zou hem nog een weekje kunnen redden maar hij berust erin dat de hond een spuitje moet krijgen:
Rekening houdend met hem in zijn armen als een lam, gaat hij opnieuw binnen de chirurgie. 'Ik dacht dat je zou besparen hem voor een week,' zegt Bev Shaw. 'Geeft u hem omhoog?' 'Ja, ik geef hem.'
Het enige dat hij nog voor de hond kan doen, is hem begeleiden in zijn laatste ogenblikken en dat zal hij ook doen. Hetzelfde kan gezegd worden over de situatie met zijn dochter; het enige dat hij nog voor haar kan doen, is er voor haar zijn, maar hoe het ook verder loopt, het is onvermijdelijk.
En juist het besef van het onvermijdelijke (dat Lucy al veel eerder had) maakt dit boek zo beklemmend en verontrustend.
Mening
Informatie auteur
J.M. Coetzee (Kaapstad 1940) schrijft romans, essays en verhalen. Hij debuteerde in 1974 met Schemerlanden. Hij is de eerste auteur die twee keer de Booker Prize ontving, voor de romans Wereld en wandel van Michael K en voor In ongenade. In 2003 kreeg hij de Nobelprijs voor zijn hele oeuvre. Zomertijd volgt in de serie autobiografische romans op de boeken Jongensjaren en Portret van een jongeman. In zijn roman Dagboek van een slecht jaar verweeft Coetzee actuele teksten met een spannende plot. Voor zijn lezers in Nederland en Vlaanderen maakte hij een selectie uit zijn essays getiteld Wat is een klassieke roman?
Coetzee schrijft regelmatig literaire essays voor de New York Review of Books en leert literatuurwetenschappen in Chicago en in Adelaide, waar hij woont. Naast twee keer de Booker Prize ontving hij in 2003 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Maak jouw eigen website met JouwWeb